Gesluierde vrouwen en meisjes uit het vissersdorp Quantab zoeken verkoeling in de schaduw in een steeg, aan de rand van het strand. Mannen gehuld in disdasha’s (traditionele witte jurk) zitten in groepjes bij elkaar op het hete zand en verderop, in de baai, duiken jongens in de golven. Het loopt tegen vijven, maar het is nog steeds dik veertig graden. Een vochtige, plakkerige warmte. Marvy zoekt schelpjes en gooit steentjes in de branding. Eigenlijk had ze nu in potten en pannen moeten roeren, maar in de kleine keuken van het sprookjesachtige 1001 nacht ‘restaurant’ Bait al Bilad – waar we zijn uitgenodigd voor een kookworkshop – is het niet te harden van de hitte. Na het snijden van de ‘ladyfingers ‘ (okra), kijkt Marvy me met een verhit gezicht smekend aan: mogen we even naar het strand? Ik kan zelf ook wel een briesje gebruiken, dus op naar de nabijgelegen baai. Slippers uit, broeken omhoog. Eindelijk verkoeling. Een half uur later staat gids Ahmed voor mijn neus. Er moet Rakhal wor
den gebakken, dun brood dat Omani’s bij elke maaltijd serveren. Of Marvy Fatma willen helpen? Onder luid protest loopt ze mee terug naar de binnenplaats. Maar als ze Fatma ziet, die in een hoek van de buitenplaats geroutineerd deeg tegen de gloeiendhete plaat drukt, klinkt het: ‘Mag ik ook?’ Op haar hurken pakt Marvy een klompje deeg uit de plastic teil. Het plakt. Ze trekt een vies gezicht, maar vermant zich en ‘stippelt’ voorzichtig het deeg op de plaat, precies zoals ze Fatma heeft zien doen. Als beloning mag ze haar ‘pannenkoek’ meteen opeten. Dat laat Marvy zich geen twee keer zeggen. Zelfs zonder stroop smaakt ie lekker.